Opstandingskerk Rijsoord

Vroegere bezittingen

Vroegere gebouwen van de Gereformeerde Kerk Rijsoord

De gereformeerde kerk van Rijsoord heeft diverse gebouwen in bezit gehad zoals de eerste pastorie waar ds. Sleeswijk Visser heeft gewoond, de eerste kosterswoning van koster Opmeer die, als je voor de kerk staat, aan de linkerkant van het kerkgebouw stond (zie foto) en nog meer. Op deze pagina willen we graag drie gebouwen nader bekijken omdat veel gemeenteleden van onze kerk deze gebouwen goed hebben gekend en er in sommige gevallen ook vaak geweest zijn.

De Westerkerk

In 1943 was waakzaamheid geboden, wat was er gebeurd? De hervormden waren begonnen om kerkdiensten te organiseren in de ‘Westzij’. Voor ds. Dercksen was dit een reden om op de kerkenraadsvergadering het voorstel te doen om als gereformeerden dit voorbeeld te volgen.

Volgens goed gebruik werd er direct een bouwcommissie ingesteld, die al snel de voormalige timmerfabriek van Paul Bestebreurtje op het oog hadden als geschikte kerkgelegenheid voor ca. 200 personen. Er moest natuurlijk van alles beslist en geregeld worden, de installatie van een centrale verwarming, lichtleidingen, kerkbanken en kansel en natuurlijk een kerkorgel.

Reëel begroot kwam men uit op f 15.000,=. Zoals altijd werd er weer flink geschonken en omdat de installatie van de centrale verwarming niet doorging, er was immers toch geen brandstof in de oorlogsjaren, kon men voortvarend aan de gang.

Op dinsdag 1 augustus werd het kerkgebouw officieel in gebruik genomen met een dienst die bij afwezigheid van ds. Dercksen geleid werd door dr. Prins uit Dordrecht.

Eind november 1945 kwam er verwarming in het kerkgebouw en in 1947 werd het orgeltje uit 1944 vervangen door een door de orgelbouwer Vermeulen te leveren combinatie van harmonium en pijporgel. Dat laatste kostte de kerk ca. f. 5.000,=. In januari 1948 ontvingen Henk Staat en Jan de Waard een aanstelling als organist in deze ‘Westerkerk’.

Jan de Waard verhuisde een paar jaar later naar de ‘Oosterkerk’ en werd in de ‘Westerkerk’ vervangen door Adr. Bakker jr. In 1944 had P. Bakker het kosterschap van dit kerkgebouw op zich genomen en hij bleef in deze functie tot 1956 het jaar waarin hij vervangen werd door W. van Wingerden.

Niet iedereen was blij met deze ‘Westerkerk’, ter wille van de goede orde was bepaald dat het westen begon bij het huis van C. Alblas, kort daarna het huis van J.A. Meter (de latere pastorie van ds. Ritsema). Er waren echter grensbewoners die weigerden in het westen ter kerke te gaan, maar in het oosten werd aan hun geen zitplaatsen meer toegestaan. In 1952 ging de kerkenraad er met enige moeite mee accoord hier enige soepelheid in te betrachten.

De beslissing om de diensten in de Westerkerk te beëindigen werd om een paar redenen genomen. Allereerst was er in die periode een snelle terugval van het zielental van de gemeente en als gevolg daarvan viel de gemeente terug op één predikant. Op zondag 26 juni 1966, 23 jaar na de opening, werd er voor het laatst gepreekt waarna er ten behoeve van de westerlingen zonder eigen vervoermiddel nog tot 1980 een kerkbus heeft gereden van de Zwaan naar de ‘Opstandingskerk’ zoals de ‘Oosterkerk’ inmiddels genaamd was.

Van 1944 tot 1945 konden de hervormden niet beschikken over een eigen plaats van samenkomst aan de ‘Westzij’, in die periode is hun in de ‘Westerkerk’ gastvrij inwoning verleend. Hun eigen wijkgebouw in de Zwaan ging in 1949 open.

De Bron

Om ruimte te bieden aan de diverse verenigingen die binnen de Gereformeerde kerk zijn ontstaan zoals: Mannenvereniging, Vrouenvereniging en diverse Jeugdverenigingen en -clubs, werd in 1955 een Verenigingsgebouw gebouwd. Aan de Mauritsweg, tegenover de Vlasstraat was een ruimte gevonden die geschikt was om een groot gebouw neer te zetten die ruimte bood die niet te vinden was in het Kerkgebouw. De bouw van het Verenigingsgebouw kostte toendertijd f 122.339,=.

Na tien jaar Verenigingsgebouw geheten te hebben werd het gebouw omgedoopt in ‘De Bron’. Links op de foto ziet u het moment dat ds. Rijper de naam ‘De Bron’ onthult.

J.C. van Nes, die in die tijd in dienst was van de kerk als koster werd beheerder van ‘De Bron’. Omdat er in die tijd niet veel zaalruimte beschikbaar was voor mensen die een feest wilde geven was ‘De Bron’ ook zeer in trek als feestruimte en prettige bijkomstigheid was dat dit de kerk een mooie bron van inkomsten opleverde. Koster van Nes heeft samen met zijn vrouw en een grote groep voornamelijk vrouwen menig feest verzorgd in ‘De Bron’ en er zijn dan ook heel veel Rijsoordenaren die hun bruiloft in ‘De Bron’ hebben gevierd. De taak van beheerder werd in 1973 overgenomen door Derus den Hartog die ook koster was geworden omdat de heer van Nes met pensioen ging.

De pastorie aan de Waaldijk

Toen in 1952 Ds. Ritsema naar Rijsoord kwam als opvolger van DS. Verspuij, werd een nieuwe pastorie gekocht. Voor f. 33.000,- werd het pand Waaldijk 135 gekocht.

Dit pand aan de Waaldijk stond bekend als de ‘Westerpastorie’en was dus ook bestemd voor de dominee van de Westerkerk.

In de jaren zestig van de vorige eeuw was het een onrustige tijd voor wat betreft het omroerend goed van de kerk. In 1966 werd na veel strubbelingen de Westerkerk gesloten en hadden we dus nog maar één kerkgebouw.

Ook in 1966 nam Ds. Rijper – die in de Oosterpastorie (De Fontein) – woonde, een beroep aan naar Rotterdam. In die tijd speelde ook de beslissing om de Oosterkerk (ons huidige kerkgebouw) te renoveren of om nieuwbouw te plegen. Deze nieuwbouw zou een kerk moeten worden met ca. 550 zitplaatsen en de locatie zou de kop van de Mauritsweg zijn.

Ook dreigde in 1967 nog een tijdje dat de pastorie aan de Waaldijk zou worden ingebracht in een nieuw te bouwen interkerkelijk bejaardencentrum.

Uiteindelijk werd in deze roerige tijd gekozen om de Oosterkerk te restaureren en de Oosterpastorie om te bouwen tot het kerkelijk centrum “De Fontein”.

In de pastorie aan de Waaldijk hebben na het vertrek van Ds. Ritsema nog Ds. Hofland en Ds. Mak met hun gezinnen gewoond.

In 1980, nadat Ds. Mak uit Rijsoord was vetrokken is de pastorie verkocht. Tot op de dag van vandaag staat het huis er nog en wordt het nog steeds bewoond.
Verdwenen bezittingen

Veel bezittingen van vroeger zijn uiteraard verdwenen.

Dit is de pastorie waar Ds. Sleeswijk Visser kwam wonen toen hij in 1886 zijn intrede deed in Rijsoord als predikant van de Nederlands Hervormde kerk. Na de doleantie heeft Ds. Sleeswijk Visser hier nog een tijdje gewoond tot hij op 8 oktober 1889 het bevelschrift kreeg om binnen drie dagen de pastorie te ontruimen. Totdat de nieuwe pastorie klaar was heeft de dominee tijdelijk gewonnd in het huis van diaken A. Nugteren die vlakbij de school en de in aanbouw zijnde kerk en pastorie woonde. De heer Nugteren vertrok tijdelijk naar een woning aan de Pruimendijk.

Links op de foto ziet u de kosterswoning van koster Opmeer. Toen de kerkgemeente een locatie zocht voor een nieuw te bouwen kerkgebouw kon men van Corn. van Nes een stuk grond kopen aan de Waal (waar nu de kerk nog steeds staat). Op dit stuk grond stond een huisje dat op nadrukkelijk verzoek van de ‘kerkelijke kas’ in de koop werd opgenomen omdat het wellicht geschikt gemaakt kon worden als kosterswoning.

Voor het nieuwe kerkgebouw stonden nog twee krotwoningen. Deze werden afgebroken en met de vrijgekomen afgebikte stenen werd een kosterswoning gebouwd. Het hout dat hierbij gebruikt werd was afkomstig van de afgebroken noodgalerij in de school waar, tot aan het gereed komen van het kerkgebouw, kerkdiensten gehouden waren.

Ds. Verspuij was voor Rijsoord een extra predikant. En aangezien Ds. Dercksen in de pastorie naast de kerk woonde, moest er voor Ds. Verspuij een andere woning worden gezocht. Het was de heer de Waard al in juli 1945 gelukt om een geschikt huis aan de Rijksstraatweg schuin tegenover zijn eigen huis te huren ten behoeve van de tweede predikant. Toen Ds. Verspuij in 1946 het beroep naar Rijsoord aannam was er dus al een tweede pastorie. Dit huis bestaat nog steeds.

Toen Ds. Mooij in 1980 naar Rijsoord kwam werd de pastorie aan de Waaldijk verkocht omdat hij niet meer geschikt werd geacht als pastorie en het onderhoud te duur werd. Op verzoek van ds. Mooij werd toen een huis gekocht aan de Oudelandseweg in Ridderkerk. Dit was de eerste en tot nu toe enige keer dat de pastorie niet in Rijsoord zelf stond. In 1985 ging ds. Mooi met emiritaat en tot vreugde van de kerkleden werd de woning in Ridderkerk verkocht en werd de huidige pastorie aan de Vlasstraat gekocht.